Zoals elders op deze website reeds vermeld: U verblijft in een vogelrijke polder. Misschien wel in een der vogelrijkste polders van ons land!
In het voorjaar verzamelen zich honderden, soms een paar duizend, Grutto’s zich in het plasdrasgebied langs de Ter Aase Zuwe. In grote groepen komen ze dan via Portugal uit Afrika waar ze hebben overwinterd. De eerste weken slapen ze in dit plasdrasgebied en zo langzamerhand verspreiden ze zich over de nabijliggende polders Demmerik en Donkereind om daar te gaan broeden. In deze groepen Grutto’s bevinden zich ook altijd meerdere IJslandse Grutto’s die doortrekken naar IJsland.Ook Kieviten houden zich graag op in onze polders. Als het gras nog kort is zie je de mannetjes al een kuiltje draaien: van deze speelnesten maakt hij er wel een stuk of vijf, zes. In een dergelijk nest legt het vrouwtje dan het eerste ei. Tureluurs zoeken de bescherming van Grutto’s en Kieviten en broeden meestal in de buurt Scholeksters zijn vaak wat later met het maken van een nest . Dan is het ook tijd voor Slobeenden en Kuifeenden om te gaan nestelen. De nesten zijn moeilijk te vinden, vaak midden op het weiland. De Kuifeeend alleen langs de kant van sloot. Ook een waterbewoner is de Zwarte Stern, een van de weinige poldervogels die in steeds grotere aantallen voorkomt.Overal in de Utrechtse Venen zijn in de weteringen vlotjes neergelegd waarop de Blauwjantjes, zoals ze ook in deze streek genoemd, hun simpel nestje maken. Oorspronkelijk broedden deze sterns op Krabbenscheer maar door de slechte kwaliteit van het slootwater verdween deze plant en dus ook de broedgelegenheid voor de Zwarte Stern. Een projectgroep van vrijwilligers en boeren legt vlotjes uit waarop in 2006 zo’n 170 paar hebben gebroed. Een geweldig succes. Ook op ons terrein ligt een dergeljke kolonie, indien mogelijk gaan we onder leiding van een natuurgids een kijkje nemen.In de Utrechtse Venen hebben ongeveer 175 paar gebroed, bij de fam. Van Eck 9 paar. Negen van de tien vlotjes waren bezet.
In de stallen en wagenschuur nestelen Boerenzwaluwen, Spreeuwen, Huismussen, Witte Kwikstaarten. We hopen op een Kerkuil, hiervoor hebben we een grote nestkast in de wagenschuur opgehangen.
Ondanks dat de Boerenzwaluw nog talrijk lijkt is de populatie sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw in ons land gehalveerd. Waarschijnlijk van de 200.000 naar ongeveer 100.000 broedparen. Vandaar dat er veel moeite gedaan wordt om dit prachtige vogeltje van het boerenland en boerenerf voor het platteland te behouden en te behoeden voor verdere achteruitgang. In dit Jaar van de Boerenzwaluw worden overal acties ondernomen om nestgelegenheid te scheppen. Door strenge hygiënische maatregelen van de overheid mogen zwaluwen niet overal meer in ruimtes komen waar voedsel wordt bereid of is opgeslagen zoals een melkstal of koellokaal. Verdwijnen van oude schuurtjes en open mestvaalten (verboden) zijn enkele van de vele oorzaken van achteruitgang. In onze polders zijn de Agrarische Natuur Vereniging “ De Utrechtse Venen” en de IVNWeidevogelgroep bezig met projecten om de Boerenzwaluw mogelijkheid te bieden makkelijker een nestje te maken. Van deze laatst genoemde weidevogelgroep hebben we nestkastjes hangen onder een aantal bruggetjes op ons bedrijf. Ook onder het bruggetje naar de camping hangen twee nestkastjes. Van de caravans trekken ze zich niks aan. Op de foto zijn leden van deze werkgroep bezig de nestkastjes onder de brug op te hangen.
Als het broedseizoen voorbij is verdwijnen de meeste zomergasten, alhoewel Kieviten wat verveeld blijven rondvliegen om pas met de eerste nachtvorst te verdwijnen.
De wintergasten verschijnen: Smienten, een eendensoort, in grote getale en in october komen de Kolganzen. De Grauwe Ganzen zijn er het gehele jaar en vormen steeds meer een plaag voor de bewoners.
In januari zijn er in de De Ronde Venen wel 15 tot 20.000 Kolganzen, die in het voorjaar meestal in polder Demmerik-Donkereind verblijven om van daaruit weg te trekken naar de broedgebieden in